woensdag 23 maart 2016

Hoe praat ik met mijn kind?



22 maart 2016, een dag die bij iedereen in het geheugen zal gegrift blijven staan.
De terreuraanslagen in Brussel roepen veel vragen op, ook bij onze kinderen.
Ook op school praten we met hen over deze gebeurtenis.
Het is heel belangrijk dat de kinderen hun gevoelens kunnen uiten.

Op de website van Klasse geeft men tips over hoe ermee om te gaan.
Hieronder vind je deze tips.

Hoe praat je met je kind over geweld en terreur?
Ook kinderen zijn ongerust als ze in de media horen over aanslagen en geweld. En daar willen ze het zeker met jou over hebben. Maar hoe praat je als ouder met je kind over geweld en terreur? Doe dat op hun maat met deze tips.
  • Blijf zelf rustig. Kinderen nemen de angst van ouders over.
  • Praat over de gebeurtenissen. Doe niet geheimzinnig of verberg niets. Je kind voelt dat. Peil naar de wijze waarop ze het nieuws interpreteren en stuur bij waar nodig. Vermijd extreem taalgebruik. Blijf dus ook rustig in het kiezen van je woorden.
  • Laat je kind vooral zelf vertellen. Wat heeft het gezien op tv, gehoord, gelezen? Vertrek vanuit zijn behoefte: wil het praten, wat wil het weten …?
  • Doseer de berichtgeving volgens wat je kind aankan. Geef enkel de nieuwe informatie, laat niet permanent de extra uitzendingen zien. Kan je nagaan wat je kind post op sociale media?
  • Laat je kind zijn gevoelens uiten. Door erover te praten, te tekenen of schrijven geven kinderen een plek aan de gebeurtenissen. Dat gebeurt ook in de klas. Hou mogelijk gedragsverandering (slaapklachten, veranderd spelgedrag …) in de gaten.
  • Druk de kinderen op het hart dat een aanslag bijna nooit voorkomt. Dat het precies daarom groot nieuws is. Daardoor krijgen kinderen misschien het idee dat het overal gevaarlijk kan zijn. Stel ze gerust dat ze zich veilig mogen voelen, ook op school. Zeg dat je ook bang zou zijn mocht je oog in oog staan met zo’n terrorist, maar dat de slechteriken toch zullen worden gepakt door de politie.
  • Kinderen zijn nieuwsgierig. Beantwoord de vragen die ze stellen. Geef eerlijke antwoorden en maak het niet dramatischer. Je kind hoeft ook niet alle details te kennen.
  • Benoem ook de positieve dingen. Zeg dat de politie alles doet om de daders op te pakken. Zeg dat alle mensen boos zijn over de aanslagen: moslims, vluchtelingen, katholieken …
  • Zeg je kind dat er ook veel leuke dingen zijn om te doen of aan te denken. En dat dat ook mag. Speel een spelletje samen, kijk naar een leuke film, vertel een vrolijk verhaal. Laat voelen dat je dichtbij bent.